Historie

Op 8 april 1967 werd de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) opgericht. Een aantal Leidse verenigingsbestuurders vonden dat er behoefte was aan één landelijk aanspreekpunt. In 2022 bestond de LKvV 55 jaar en vierde zij haar 11e lustrum.

In 1967 werd door de algemene Nederlandse studentenverenigingen, de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) opgericht. In de roerige jaren ’60 kwamen studentenverenigingen en introductieperioden onder maatschappelijke druk te staan, waardoor de behoefte ontstond de Nederlandse studentengezelligheidsverenigingen landelijk te vertegenwoordigen. Daarnaast was er vanuit diverse maatschappelijke organisaties behoefte aan een vast aanspreekpunt. Aanvankelijk bestond de LKvV uit incidentele bijeenkomsten van een aantal verenigingsbestuurders, die landelijke problemen bespraken.

In de jaren daaropvolgend is de LKvV uitgegroeid tot een groot studentenorgaan. De LKvV kreeg een steeds grotere aanhang en vertegenwoordigt de aangesloten verenigingen in politiek den Haag. Zo heeft de LKvV er voor gezorgd dat collegegeldvrij besturen mogelijk is en heeft de lobby tegen het leenstelsel ondersteund.

Anno 2022 vertegenwoordigt de LKvV meer dan 47000 studenten bij 49 verschillende gezelligheidsverenigingen.

Het wapen van de LKvV is in het jaar ’96-’97 ontworpen door de toenmalig praeses Annebeth de Witte.  De twee leeuwen staan voor de twee zijden van de medaille voor een student. De bovenste leeuw heeft het boek der Academia en de onderste leeuw heeft druiven vast die symbool staan voor genot en gezelligheid. De leeuwen staan 180 graden tegenover elkaar en in het midden daarvan vind je de LKvV die het evenwicht tussen de twee bewaard. De schakels om de leeuwen heen staan voor de aangesloten studentensteden.

 

“In mijn tijd -eind jaren zestig- combineerde ik het voorzitterschap nog met het presidiaat van mijn eigen gezelligheidsvereniging, de L.S.V. Minerva. Wat ik van de LKvV leerde was, dat de vele studentengezelligheidsverenigingen meerdere gezamenlijke belangen hadden. Zoals de ontwikkelingen rond de Drank- en Horecawet en de studiefinanciering. Die gezamenlijke belangen waren er toen en zijn er nu nog steeds. Ik vond het een voorrecht om bij het behartigen van die gezamenlijke belangen betrokken te zijn. Ook nu nog is dat ongetwijfeld zinvol. Om bovendien met andere studentenverenigingen kennis te kunnen maken verhoogt de aantrekkelijkheid van het LKvV-bestuurslidmaatschap nog meer.”

 

Mr. Jan Kees Wiebenga (lid Raad van State; derde Praeses der LKvV 1969)